Wat LinkedIn is hoeft hier niet te worden uitgelegd, maar wellicht is het wel handig te wijzen op een recente rechtszaak en veroordeling naar aanleiding van een post op dat platform.
De heer X werkt voor bedrijf A en bij een aanbesteding heeft bedrijf B de opdracht binnengehaald. X is daarover zeer ontstemd. Hij vindt dat de aanbestedende partij geen goed werk heeft gedaan en de verkeerde criteria heeft gebruikt. Het aanbod van A was naar zijn mening veel beter dan B en dat zou ook nog eens blijken uit buitenlandse onderzoeken.
Die mening met argumenten zet X onder de LinkedIn post van de partij die de aanbesteding in de markt heeft gezet. De aanbestedende partij heeft in het eigen berichte B genoemd als partij die de klus gaat klaren.
B ziet de LinkedIn post en de reactie van A en weet dat X niet de jongste bediende is, maar een van de bestuurders. B neemt de zaak hoog op en sommeert A de uitlatingen te verwijderen en te vervangen voor een rectificatie. Zoals gebruikelijk volgt er ook een onthoudingsverklaring. A weigert, de zaak komt voor de rechter.
A wordt veroordeeld. De rechter “verbiedt gedaagden via het internet, schriftelijk, per e-mail, sms of andere wijze in het openbaar uitlatingen te doen (over de gemaakte keuze bij de aanbesteding.” Als stok achter de deur is er een dwangsom van 5.000 Euro per dag/overtreding en een maximum van 100.000 Euro.
In deze zaak draait het om twee punten die vaker voor kunnen komen. Niet iedereen let namelijk op bij het plaatsen van berichten op socialmedia en dit soort platformen.
- Door te claimen dat A een beter product is dan B is er vergelijkende reclame gemaakt. Dat is toegestaan, maar in dit geval is er sprake van misleidende vergelijkende reclame.
- X is bestuurder van A. De post is verschenen op het LinkedIn account van A, maar geschreven door X. Zowel A als X zijn gedagvaard en veroordeeld.
(link)